Om te kunnen identificeren welke moleculen aanleiding gaven tot leven werken we aan vier vragen. Ten eerste onderzoeken we welke chemische processen zich op de prebiotische aarde voordeden. Waar speelden deze processen zich af?
Daarnaast moeten we achterhalen wat de chemische en fysische samenstelling van de aarde is geweest voor het leven ontstond, de prebiotische aarde. Wat was de samenstelling van de oceanen en de atmosfeer?
Als derde willen we weten wat de reden is dat complexe moleculen ontstonden die het primitief leven gebruikte. Hoe kan het dat in een levenloze wereld stoffen ontstaan die bruikbaar waren voor levende systemen?
Tenslotte heeft leven de bijzondere chemische eigenschap selectief te zijn in de vorm van de basismoleculen die het gebruikt. Van veel van de basismoleculen bestaat zowel een linksdraaiende als een rechtsdraaiende vorm. Leven gebruikt echter niet beide, maar of de linksdraaiende versie, bijvoorbeeld van aminozuren, of de rechtsdraaiende, zoals in het geval van suikers. Dit noemen we homochiraliteit. Waarom leven dat doet, is echter niet duidelijk. Was er meer van een versie aanwezig voordat het leven ontstond? Zo ja, wat veroorzaakte dat overschot? Of gaf het leven juist de voorkeur aan links of rechts?